Van Lisboa E Região naar noord-Alentejo - Reisverslag uit Alcácer do Sal, Portugal van Hub en Ans Smolenaers - WaarBenJij.nu Van Lisboa E Região naar noord-Alentejo - Reisverslag uit Alcácer do Sal, Portugal van Hub en Ans Smolenaers - WaarBenJij.nu

Van Lisboa E Região naar noord-Alentejo

Door: Hub en Ans

Blijf op de hoogte en volg Hub en Ans

23 Februari 2018 | Portugal, Alcácer do Sal

Reisverslag Portugal.

18 februari:
Zondag, dus druk op de weg van Lissabon naar de kust. En zeker omdat het weer zo goed was (15 graden). De zon scheen volop en de hemel was helderblauw.
We namen de route vlak langs de kust en natuurlijk kun je dan verwachten dat je nauwelijks opschiet met al die Portugese dagjesmensen. We gingen in polonaise langs de kust met de locals. Het leek erop dat wij de enige waren die zich niet stoorden aan het trage tempo.
We werden beloond met een, je mag wel zeggen spectaculair uitzicht over de Atlantische Oceaan.
Speciaal voor natuurliefhebbers was er een wandeling over houten bruggetjes van ongeveer 2 kilometer lang door de duinen. Als je geluk had kwam je konijnen, slangen en kikkers tegen. Dat geluk hadden wij niet. Wij zagen maar één duinhaas en dat was Shiva!
We hadden al gelezen dat de zonsondergang op deze plek erg mooi moest zijn en dat was het ook! Menige Portugees kwam aangereden om tegen die tijd een foto ervan te nemen en wij natuurlijk ook! Wat een mooie kleuren en wat waren wij boffers; we zaten/stonden eerste rang!

19 februari:
Eergisteren, op de camping in Lissabon, hoorde je, ook al lag de camping in een groen hart (Monsanto) binnen de hoofdstad, tot laat op de avond en in de vroege ochtend, het verkeer langsrazen.
Nu werden we wakker - en deze geluiden waren natuurlijk constant aanwezig - van de golven die tegen de rotsen beukten. Van een miljoenenstad naar een camperplek aan zee. Wat een contrast!
Maar leuk om allebei binnen een paar dagen in ons huisje op wielen te mogen ervaren!
Voor ‘t eerst gingen we vandaag onze e-bikes gebruiken.
Er liep een fietspad zuidelijk langs de kust naar Cascais van ongeveer 6,5 kilometer.
Vrij vlak, dus goed te doen. Langs ons fietspad aan zee lag de Boca Do Inferno, oftewel de mond van de hel. Golven donderen hier door een rotskloof.
Cascais zelf huisvestte vroeger onttroonde koningen. Ook Juan Carlos van Spanje woonde hier tijdens zijn lange ballingschap tot 1975. Er hangt nog steeds een elegante sfeer in het oude gedeelte van Cascais, dat achter de vissershaven ligt.
We bezochten het strand, aten daar een broodje en fietsten terug naar de camper.
De lucht was inmiddels wat betrokken. Graag hadden we nog Cabo da Roca bezocht - het meest westelijke puntje van Europa - maar toen we hoorden dat het overdag druk is met bussen vol Japanners en Chinezen, besloten we het niet te doen. ‘S Avonds is het beter te doen, maar voordat het donker werd, wilden we toch liever verkassen.
Toen we Lissabon bezochten met de bus, was ons de hoge brug Ponte 25 de Abril al opgevallen.
Een brug van zeventig meter hoog met betonnen pijlers van wel tien bij tien meter, waarvoor een gedeelte van de oude wijk is plat gegaan. De resterende huizen staan er gewoon langs/omheen/tegenaan. Eigenlijk geen gezicht, vonden wij. Het schijnt dat de brug een kloon van de Golden Gate Bridge in San Francisco is en ook gebouwd is door dezelfde architect! De brug heeft zijn naam te danken aan de Anjerrevolutie.
Nu, onderweg, reden wij er zelf overheen. Aan de andere kant van de Taag (Tejo) werden we begroet door Cristo Rei, een beeld waarvan de sokkel groter is dan het beeld zelf. Dit beeld is geinspireerd op het Christusbeeld van Rio de Janeiro.
Door de bergketen - Serra de Arrábida - die parallel aan de kust ten zuiden van Lissabon loopt - reden we richting Setúbal, na Lissabon en Porto de derde grote haven van Portugal.
Setúbal is een schiereiland wat de Atlantische Oceaan insteekt.
In het weekend steken de inwoners van Lissabon de Taag over naar de stranden van dit schiereiland.
De Serra Arrábida zorgt voor een mediterraan landschap. Hij is begroeid met Portugese eiken, struikgewas en wijngaarden. Deze laatste zijn bekend om de muscatel-druiven.
De weg naar Setúbal over de top van het massief biedt een uitzicht naar beide kanten, noordwaarts richting Lissabon en zuidwaarts over het Sado-estuarium (= Sado reservaat).
Je kon echter met de camper nergens stoppen om van de mooie uitzichten te genieten; er waren te hoge taluds en we zouden slechts met de grootste moeite weer de weg op komen en dat wilden we toch niet riskeren. Vandaar dat we er geen kiekjes van hebben kunnen maken. Het staat wel op ons eigen netvlies!
In Setúbal loopt een 17 km lang schiereiland de oceaan in: Tróia. Aan de westkant vind je er zandstranden en aan de andere kant vissersdorpen. Je zou er met een beetje geluk dolfijnen kunnen zien.
We vonden een camperplek aan de baai, en 4 km van Setúbal.

20 februari:
Op de fiets naar Setúbal. Het moet te doen zijn, zei de beheerster van de camperplaats.
Het ging al slingerend bergop en dan weer bergaf.
Geen fietspaden langs de weg, dus... goed opletten!
Portugezen kijken heel anders naar fietsers dan Nederlanders.
In ons land wordt redelijk goed met de fietser rekening gehouden, in Portugal stukken minder!
Er zijn ook bijna geen fietspaden. Dat eist dus extra alertheid!
Het weer was vandaag bijzonder goed: een stralende, blauwe lucht, een heldere zon en rond de 20 graden!
Voor ‘t eerst kon de korte broek en het t-shirt aan, zelfs op de fiets!
Je kunt je dan bijna niet meer voorstellen dat het op dit moment in ons eigen landje onder het vriespunt is!
Voor ‘t eerst heb ik, Ans, buiten aan de baai mijn yoga-oefeningen kunnen doen. Heerlijk!!!
Wat een genot!
We fietsten tot Setúbal, naar het strand en weer terug. Aan de haven lagen de felgekleurde vissersbootjes en het rook naar versgebakken vis in de restaurants aan de kade. Eindelijk zagen we dolfijnen. Helaas, van die nagemaakte. Kitsch! Maar het waren er wel! We moeten hiermee - vooralsnog - maar genoegen nemen.
Terug ‘thuis’ was de was droog en ik heb voor ‘t eerst gestreken.
Nooit gedacht dat ik van dit huishoudelijk karweitje zou kunnen genieten. Nu dus wel!
Zo zie je maar dat - ook al ben je zo lang op vakantie - een beetje structuur van thuis je dan ineens plezier kan geven!
‘S Avonds koelt het nog snel af, dus... korte broek uit en lange broek weer aan. Als de zon eenmaal onder is, koelt het flink af. Tijdens de wandeling met Shiva kan zelfs de winterjas weer even aan. Ja... dat is de winter in dit deel van Portugal.

21 februari:
Om dolfijnen te spotten moet je met een boot het Estuarium do Sado in, ten oosten van Setúbal. De kans dat je er dan ziet, is desondanks gering. Daarom besloten we om westelijk van onze camperplaats in Outāo te gaan fietsen, meer de natuur in langs de kust, richting Potinho da Arrábida, wat een idyllisch vissersplaatsje schijnt te zijn. De weg daar naartoe is bergachtig en in Potinho kun je met de camper helemaal niet, en met de auto maar moeizaam komen.
Het was spannend of wij het ‘bergje op-bergje af’ met onze fiets aankonden. De vriendelijke beheerster van de camperplaats, Inez, had er zo haar twijfels bij. Of het met een e-bike kon, wist ze ons niet te zeggen en wij besloten de gok te wagen.
Maar goed dat we het hadden gedaan! De uitzichten over zee waren adembenemend mooi. Op een gegeven moment moesten we linksaf het dorp in. De weg was smal... werd nog smaller...kronkeliger...en ging van 7 % afdaling naar 15 %. Het was spannend... nog spannender... maar het lukte! We zagen een pittoresk plaatsje met slechts enkele huizen, meer restaurants en een mooie, kleine baai en dito strand. We besloten onszelf te trakteren op lekkere vis in het restaurant aan het einde van het gehuchtje. Lekker onder de locale bevolking aten we op het terrasje de, die ochtend gevangen, verse vis.
En... wat een zon!
Toen moesten we de weg weer terug. Van omlaag naar omhoog! Pittig!
Maar met onze e-bikes lukte het moeiteloos.
Terug langs de kust deden we een mooi strandje aan, waar de groen-blauwe oceaan klotste op het strand en tegen prachtige rotspartijen. Je zag er maar een handvol mensen, waarvan de meeste vissers waren, die hun hengel uitwierpen in de zee. Wij waren blijkbaar de enige toeristen en we hadden het strand bijna voor ons alleen.
Shiva kreeg bezoek van een Portugees hondje. We raakten in gesprek met de eigenaren. Een leuk gesprek, waarbij de Franse taal, Portugees en handen-en-voetenwerk ervoor zorgde dat we elkaar konden begrijpen. Wat zijn de Portugezen toch vriendelijke mensen!
Dit was voor ons de laatste dag in Setúbal. Hier komen we zeker terug!

22 februari:
De laatste dag in Lisboa E Região. En... wat weer een prachtig weer; rond de 20 graden!
We bezochten de Mourisca Tide Mill, oftewel Moinho da Maré da Mourisca in het Portugees, een watermolen die meegaat met de getijden.
Want... in het Reserva Naturalis do Estuário do Sado, een natuurreservaat ten westen van Setúbal en de rivier de Sado, bepalen de getijden het landschap. Bij eb valt het droog en liggen de vissersbootjes in de modder en zie je de aanlegsteiger ergens erboven; bij vloed liggen de vissersbootjes aan de steiger te dobberen. Brak water maakt het een ideaal gebied voor de zoutwinning.
Acht molenstenen draaiden op volle toeren tot in de jaren 50. Meer dan 250 jaar was de molen in gebruik. Nu is het een museum.
We hebben een wandeling door het gebied gemaakt. Wat een hoeveelheid verschillende vogels! En wat een uitgestrektheid! Het schijnt dat van november tot februari hier ook flamingo’s neerstrijken. Je kunt met een bootje het gebied in, maar dat kan alleen als het vloed is. Toen wij er waren was het eb, dus die vlieger ging voor ons niet op.
We zagen een visser, die bezig was zijn netten te herstellen. Op het terras van de molen kon je iets nuttigen en drinken. We ontmoetten daar enkele Franse dames, die hier hun oude dag doorbrachten. Het was leuk om mijn Frans weer eens een beetje te kunnen ophalen.
Ondertussen had Hub wat Portugese wijn gekocht, typisch voor deze streek: Mouscatel wijn.
Tegen vijven zijn we doorgereden naar Alcácer do Sal, getypeerd door zoutmoerassen en rijstvelden; van Lisboa E Regiao naar Alentejo.
Alentejo (de naam van de regio is afgeleid van de woorden ‘achter de Tejo (=Taag)) beslaat bijna een derde deel van Portugal, maar er woont slechts een tiende van de bevolking. Het schijnt dat het tempo er lager ligt dan in de rest van het land. We zullen het gaan ervaren!
Onderweg kwamen we landgoederen tegen met vooral kurkbomen. In Portugal wordt veel van kurk gemaakt. Je hoeft maar in een toeristische plaats te komen en je vindt er tassen, portemonnees, schoenen enz. van. Je kon aan de bomen precies zien tot hoever er kurk was gesneden. Het schijnt dat de kurkschors vanzelf weer aangroeit.
We vonden een camping in Alcácer do Sal en morgen bezoeken we deze stad, die al meer dan 5000 jaar bestaat en waar de Romeinen 3000 jaar v.Chr. zijn neergestreken. Ze gaven de stad een belangrijke economische en politieke status. Het staat nu vooral bekend om zijn ooievaars in hoge nesten.

23 februari:
Maar... ooievaars zagen we niet, alleen een enkel ooievaarsnest.
Alcácer Do Sal - ( Alcácer is afgeleid van het Moorse woord Al-Kassr, wat kasteel betekent. Do Sal verwijst naar het zout) ligt op de rechteroever van de rivier de Sado, de rivier die ook al westelijk van Setúbal stroomt.
Alcácer Do Sal staat, zoals reeds genoemd, eveneens bekend om het zout, het grijze zout. De mensen uit Alcácer Do Sal zelf raffineren het, want wit zout staat voor hen gelijk aan luxe. Het gewonnen, grijze zout gaat naar een fabriek in Porto, die het verpakt en bij winkeliers aflevert.
De Romeinen gaven de stad in 3000 v. Chr. een belangrijke economische en strategische status en het kreeg zelfs het recht om een eigen munt te slaan. Na de Romeinen werd het een bisdom van de Visigoten. Totdat de Moren kwamen in de 8e eeuw. Zij maakten de stad een van de machtigste van het hele Iberische schiereiland. Vanaf 1158 viel het periodiek in handen van Katholieke vorsten.
De laatste decennia van de twintigste eeuw lijken geen vat te hebben gehad op de stad. Het voelt er als de jaren zestig. Er is weinig toerisme, alleen op de kade vind je terrassen vol Portugezen.
Toen wij over de kade liepen, werden we aangesproken door een heel oud, in het zwart gekleed vrouwtje. Waarin sprak ze ons aan? In het Engels! We waren echt op het verkeerde been gezet! Zo primitief bleek de bevolking toch niet te zijn dat zelfs zo’n typisch Portugees, oud vrouwtje contact met ons legde en zo werelds overkwam.
Als je de gebouwen zag, hoe oud en onderkomen vaak, zou je denken dat de tijd hier heeft stilgestaan en er weinig innovatiefs heeft plaatsgevonden of is gerenoveerd.
Dat is voor een deel ook zo, maar vaak zie je alleen de buitenkant en heeft de binnenkant zoveel moois te bieden.
Ook kruisvaarders hebben een grote rol gespeeld. De ridderorde van Santiago heeft geholpen om Alcácer Do Sal terug te veroveren op de Moren en de kerken en ook het klooster Convento de Santo Antonio hebben hun bestaan aan deze ridders te danken.
Helaas waren vele kerken en ook het klooster tijdens onze wandeling gesloten: het is immers geen hoogseizoen.
Alleen de Igreja de Santiago was open, want er werd gepoetst. Een mooie gelegenheid voor ons om eens binnen te gluren. De kerk staat bekend om zijn vele Azulejos in blauw-wit en we boften toch maar dat wij dit moois hebben kunnen aanschouwen.
We zijn omhoog geklommen naar het kasteel, wat nu, zoals vele historische gebouwen in Portugal, een Pousada is. Met het gevolg dat we het niet konden bezichtigen, zelfs de toren niet. Die was nu ingericht als Wellness-ruimte. Jammer!
De receptionist van deze Pousada Don Alfonso II kwam speciaal voor ons naar buiten om over Alcácer en zijn geschiedenis te vertellen. Zo aardig!
Ooit was het een onoverwinnelijke vesting met meer dan dertig torens van 25 meter hoog. Slechts een enkele is bewaard gebleven. Het heeft een dubbele vestingwal en de enige militaire vesting die in ‘taipa’ (met latten en leem) is gebouwd.
Veel is er niet van over. Er zijn nog enkele resten van een Romeins Forum, maar ook dat stelde niet zoveel voor. Helaas!
Maar... op weg naar beneden richting Sado, werden we verrast met prachtige doorkijkjes en daarvan moesten natuurlijk foto’s worden gemaakt.
Het weer maakte de plaatjes natuurlijk extra mooi: het was wederom rond de twintig graden en recht in de zon en uit de wind zelfs 27!
Ook hier schijnt het weer langzaam minder te worden.
Morgen gaan we verder het binnenland van Alentejo in.

We vroegen ons af, nu we in Portugal zijn, wat de haan die in elk souvenierwinkeltje te zien en te koop is en het symbool van Portugal is, eigenlijk als betekenis heeft.
Misschien voor jou, als lezer, ook interessant om te weten:
De haan van Barcelos is een Portugese legende. Op een dag in de zeventiende eeuw werd er zilver gestolen van een landeigenaar. Een bedevaartganger, onderweg naar Santiago de Compostela, wordt als schuldige aangewezen. Deze ontkent, maar wordt wel schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Hij vraagt of hij de rechter thuis mag bezoeken. De rechter blijkt aan een maaltijd te zitten en de veroordeelde wijst naar een geroosterde haan op tafel. Hij vertelt dat de haan zal gaan kraaien op het moment dat hij opgehangen wordt en dat hij daarmee zijn onschuld zal bewijzen. De rechter besluit hierop de haan niet meer te eten. Wanneer de man wordt opgehangen, begint de haan te kraaien. De rechter ziet zijn fout in en rent naar de galg, maar is net te laat. De man heeft het echter toch overleefd doordat de knoop het niet gehouden heeft.

  • 24 Februari 2018 - 21:18

    Tonny:

    Hallo Ans en Hub,

    Wat leuk om te lezen over het gebied waar we vorige week nog waren. Ik heb genoten van je verhaal Ans, bijna alsof je er zelf bij bent. Wat zou ik ook graag de omgeving bij Setubal hebben bezocht. Iets voor een volgende keer wellicht.
    Jullie hebben ook eindelijk de zuidelijke temperatuur kunnen proeven. Groot verschil met hier waar iedereen nog de schaatsen uit het vet haalt.
    Die haan had ik ook al overal gespot. Volgens de Portugezen brengt hij geluk. Nou, ik denk dat dit in jullie geval helemaal klopt

  • 28 Februari 2018 - 19:07

    Jos:

    Wat een mooie tocht, Ans en Huub!
    Genieten!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Portugal, Alcácer do Sal

Hub en Ans

Actief sinds 01 Feb. 2018
Verslag gelezen: 202
Totaal aantal bezoekers 10062

Voorgaande reizen:

01 Februari 2018 - 31 December 2018

Mijn eerste reis

Landen bezocht: