Portugal, here we come!
Door: Hub en Ans.
Blijf op de hoogte en volg Hub en Ans
13 Februari 2018 | Portugal, Coimbrão
9 februari:
Portugal here we come!
Meteen na de grens veranderde het landschap: van wanordelijk, dor, bruin-oranje en heuvelachtig naar ordelijk, ruig, groen en bergachtig.
We besloten door de enige hoge bergen die Portugal rijk is, te rijden: de Sierra da Estrela. We wilden specifiek het plaatsje Manteigas bezoeken wat bekend staat om zijn schapen, wol en met producten die met deze dieren te maken hebben, zoals geweven, wollen dekens, gebreide wollen vesten en truien en natuurlijk schapenkaas! Ik, Ans, heb een mooie wollen, met de hand geweven deken gekocht en een mooi gebreid vest. En Hub heerlijke regionale wijn en schapenkaas (want de liefde van de man gaat immers door de maag).
Inmiddels was het al wat schemerig aan het worden en moesten we onze weg voortzetten door de bergen naar onze camperplek in Unhais da Serra, een dorp midden in de Estrela. Ik, Ans, vond het reuze-eng, maar... we werden beloond met een prachtige plek, waar we het rijk helemaal alleen hadden. Een plek, omringd door de dorpshuizen en gelegen aan een klein, ruisend riviertje.
We hebben er heerlijk geslapen.
10 februari:
De volgende dag zijn we door de Sierra de Estrela gereden naar een camping van Nederlandse eigenaren, twee vrouwen, in Oliveira do Hospital.
De omgeving waar we doorheen reden wat luguber, donker, onheilspellend.
Vorig jaar heeft hier een flinke brand gewoed en vele hectaren bos is in de vlammen opgegaan. We zagen alleen maar zwart geblakerde bossen, kilometers lang. Ook de camping was niet ongeschonden gebleven. De veranda van het huis van de uitbaters was ook gedeeltelijk afgebrand. Wat zo’n mooie plek was geweest, was nu een woestenij. Je zag wel dat de natuur zich aan het herstellen was. Overal kwamen kleine boompjes en groen weer tevoorschijn.
We beleven slechts een nacht, niet alleen vanwege de sombere omgeving, maar ook omdat de weersvooruitzichten slecht waren.
11 februari:
Het regende... en het regende...
We reden naar Coimbra, een oude universiteitsstad.
Eenmaal daar aangekomen, brak de zon door en stopte het met regenen.
We hadden een camperplek midden in de stad en stonden aan de Mondeo tussen hoofdzakelijk Portugezen en Spanjaarden.
De stad was prachtig. Vooral de oude kathedraal (de Se Veja) en natuurlijk de universiteit met een geweldige bibliotheek. Je kwam in het oude centrum via steile hellingen of trappen.
Wat wel in het oog sprong waren de vele muren die waren beklad met graffiti. Jammer!
Eenmaal terug bij de camper, begon het weer te regenen. De weergoden waren ons gunstig gezind geweest!
12 februari:
Richting kust en wel speciaal het vissersplaatsje Nazaré.
Onderweg namen we een stukje tolweg. Hub nam per ongeluk de verkeerde tolpoort. Twintig kilometer verder stonden we bij de afslag, waar we een ticket moesten invoeren, wat we helaas niet hadden. We hadden immers de verkeerde poort genomen, die voor de Portugese kaarthouders gereserveerd was. We wisten nog van vorig jaar dat andere Nederlandse camperaars ook de verkeerde poort hadden genomen. Zij hadden ons verteld dat we dat binnen twee dagen bij het postkantoor moesten rechtzetten, anders kreeg je een fikse boete - 200 euro -. Met dit in Hub’s achterhoofd besloot hij contact op te nemen met de servicedienst bij de tolpoort. Een goede zet! De man legde in goed Engels uit dat we een boete kregen van 30 euro bovenop de tolprijs van 7 euro 50. We moesten dus 37 euro 50 betalen. Dat waren er gelukkig geen 200 en we hoefden niet naar het postkantoor om dit recht te zetten. Een geluk bij een ongeluk!
Even later waren we in Nazaré. De zee was groen-blauw met spectaculaire golven! De zon scheen volop. Er waren prachtige rotsformaties en het pittoreske dorpje bood op iedere hoek van de straat de lekkerste, verse vis aan. Natuurlijk hebben we hiervan gebruik gemaakt. Daarna wandelden we door de smalle steegjes, waar de was hing te wapperen in de wind. Het leek erop of in Portugal de maandag de nationale wasdag was! De sfeer was erg goed. De huisjes aan de smalle steegjes waren wit met blauwe of gele omlijsting. Mooi om te zien!
Na deze ervaring aan de Atlantische zee, reden we door naar Obidos.
Obidos is een ommuurd, versterkt dorp met een groot Moors kasteel. De camperplek was bij een oud aquaduct.
13 februari:
Dom Dinis I was eigenaar van het voormalige Moorse kasteel. In 1282 gaf hij het kasteel als huwelijksgeschenk aan zijn bruid, Isabel van Aragon. Deze traditie zou tot 1833 door alle toekomstige koningen worden voortgezet.
In 1951 werd het kasteel tot pousada verbouwd. (Een pousada is een veelal luxueus hotel dat vaak is gevestigd in een historische gebouw.)
Tegelijkertijd werd ook het dorp uitvoerig gerenoveerd. Het dorp bestaat uit keienstraatjes, witte huizen met ultramarijne of saffraangele lijsten, ommuurde tuinen, 14 kerken en kapellen en een overvloed aan kunstwinkeltjes. Vanaf het kasteel of de hoofdpoort kun je over de stadsmuren lopen (ongeveer 1,6 km). Dit hebben we dan ook gedaan.
Obidos staat ook bekend om zijn chocola. Daar hebben we natuurlijk ook van geproefd: een soort kersenlikeur in een chocolade bekertje. Heerlijk!!!
Daarna ging de weg verder zuidwaarts. We reden langs de kust, terwijl de zon schitterde op het water, waarvan golven wederom woest tegen de kliffen beukte. Het was een schitterend gezicht.
Een beetje verder het binnenland in, zochten we een camperplaats. Ineens was er een poort, maar verder niemand te zien. Wel was er een bel. De - afgesloten - plek bleek toch open en wij bleken de enige camperaars te zijn. Het gaf wel een veilig gevoel dat de poort dicht was en bleef.
De plek lag op een heuvel en we konden genieten van de mooie, ondergaande zon.
Morgen willen we Sintra bezoeken. Op de fiets, als het een beetje wil. Er stopt wel een bus bij deze verlaten plek, maar de eigenaresse liet ons weten dat hondjes niet welkom zijn.
Dat wordt dan ons eerste fietstochtje.
Portugal here we come!
Meteen na de grens veranderde het landschap: van wanordelijk, dor, bruin-oranje en heuvelachtig naar ordelijk, ruig, groen en bergachtig.
We besloten door de enige hoge bergen die Portugal rijk is, te rijden: de Sierra da Estrela. We wilden specifiek het plaatsje Manteigas bezoeken wat bekend staat om zijn schapen, wol en met producten die met deze dieren te maken hebben, zoals geweven, wollen dekens, gebreide wollen vesten en truien en natuurlijk schapenkaas! Ik, Ans, heb een mooie wollen, met de hand geweven deken gekocht en een mooi gebreid vest. En Hub heerlijke regionale wijn en schapenkaas (want de liefde van de man gaat immers door de maag).
Inmiddels was het al wat schemerig aan het worden en moesten we onze weg voortzetten door de bergen naar onze camperplek in Unhais da Serra, een dorp midden in de Estrela. Ik, Ans, vond het reuze-eng, maar... we werden beloond met een prachtige plek, waar we het rijk helemaal alleen hadden. Een plek, omringd door de dorpshuizen en gelegen aan een klein, ruisend riviertje.
We hebben er heerlijk geslapen.
10 februari:
De volgende dag zijn we door de Sierra de Estrela gereden naar een camping van Nederlandse eigenaren, twee vrouwen, in Oliveira do Hospital.
De omgeving waar we doorheen reden wat luguber, donker, onheilspellend.
Vorig jaar heeft hier een flinke brand gewoed en vele hectaren bos is in de vlammen opgegaan. We zagen alleen maar zwart geblakerde bossen, kilometers lang. Ook de camping was niet ongeschonden gebleven. De veranda van het huis van de uitbaters was ook gedeeltelijk afgebrand. Wat zo’n mooie plek was geweest, was nu een woestenij. Je zag wel dat de natuur zich aan het herstellen was. Overal kwamen kleine boompjes en groen weer tevoorschijn.
We beleven slechts een nacht, niet alleen vanwege de sombere omgeving, maar ook omdat de weersvooruitzichten slecht waren.
11 februari:
Het regende... en het regende...
We reden naar Coimbra, een oude universiteitsstad.
Eenmaal daar aangekomen, brak de zon door en stopte het met regenen.
We hadden een camperplek midden in de stad en stonden aan de Mondeo tussen hoofdzakelijk Portugezen en Spanjaarden.
De stad was prachtig. Vooral de oude kathedraal (de Se Veja) en natuurlijk de universiteit met een geweldige bibliotheek. Je kwam in het oude centrum via steile hellingen of trappen.
Wat wel in het oog sprong waren de vele muren die waren beklad met graffiti. Jammer!
Eenmaal terug bij de camper, begon het weer te regenen. De weergoden waren ons gunstig gezind geweest!
12 februari:
Richting kust en wel speciaal het vissersplaatsje Nazaré.
Onderweg namen we een stukje tolweg. Hub nam per ongeluk de verkeerde tolpoort. Twintig kilometer verder stonden we bij de afslag, waar we een ticket moesten invoeren, wat we helaas niet hadden. We hadden immers de verkeerde poort genomen, die voor de Portugese kaarthouders gereserveerd was. We wisten nog van vorig jaar dat andere Nederlandse camperaars ook de verkeerde poort hadden genomen. Zij hadden ons verteld dat we dat binnen twee dagen bij het postkantoor moesten rechtzetten, anders kreeg je een fikse boete - 200 euro -. Met dit in Hub’s achterhoofd besloot hij contact op te nemen met de servicedienst bij de tolpoort. Een goede zet! De man legde in goed Engels uit dat we een boete kregen van 30 euro bovenop de tolprijs van 7 euro 50. We moesten dus 37 euro 50 betalen. Dat waren er gelukkig geen 200 en we hoefden niet naar het postkantoor om dit recht te zetten. Een geluk bij een ongeluk!
Even later waren we in Nazaré. De zee was groen-blauw met spectaculaire golven! De zon scheen volop. Er waren prachtige rotsformaties en het pittoreske dorpje bood op iedere hoek van de straat de lekkerste, verse vis aan. Natuurlijk hebben we hiervan gebruik gemaakt. Daarna wandelden we door de smalle steegjes, waar de was hing te wapperen in de wind. Het leek erop of in Portugal de maandag de nationale wasdag was! De sfeer was erg goed. De huisjes aan de smalle steegjes waren wit met blauwe of gele omlijsting. Mooi om te zien!
Na deze ervaring aan de Atlantische zee, reden we door naar Obidos.
Obidos is een ommuurd, versterkt dorp met een groot Moors kasteel. De camperplek was bij een oud aquaduct.
13 februari:
Dom Dinis I was eigenaar van het voormalige Moorse kasteel. In 1282 gaf hij het kasteel als huwelijksgeschenk aan zijn bruid, Isabel van Aragon. Deze traditie zou tot 1833 door alle toekomstige koningen worden voortgezet.
In 1951 werd het kasteel tot pousada verbouwd. (Een pousada is een veelal luxueus hotel dat vaak is gevestigd in een historische gebouw.)
Tegelijkertijd werd ook het dorp uitvoerig gerenoveerd. Het dorp bestaat uit keienstraatjes, witte huizen met ultramarijne of saffraangele lijsten, ommuurde tuinen, 14 kerken en kapellen en een overvloed aan kunstwinkeltjes. Vanaf het kasteel of de hoofdpoort kun je over de stadsmuren lopen (ongeveer 1,6 km). Dit hebben we dan ook gedaan.
Obidos staat ook bekend om zijn chocola. Daar hebben we natuurlijk ook van geproefd: een soort kersenlikeur in een chocolade bekertje. Heerlijk!!!
Daarna ging de weg verder zuidwaarts. We reden langs de kust, terwijl de zon schitterde op het water, waarvan golven wederom woest tegen de kliffen beukte. Het was een schitterend gezicht.
Een beetje verder het binnenland in, zochten we een camperplaats. Ineens was er een poort, maar verder niemand te zien. Wel was er een bel. De - afgesloten - plek bleek toch open en wij bleken de enige camperaars te zijn. Het gaf wel een veilig gevoel dat de poort dicht was en bleef.
De plek lag op een heuvel en we konden genieten van de mooie, ondergaande zon.
Morgen willen we Sintra bezoeken. Op de fiets, als het een beetje wil. Er stopt wel een bus bij deze verlaten plek, maar de eigenaresse liet ons weten dat hondjes niet welkom zijn.
Dat wordt dan ons eerste fietstochtje.
-
14 Februari 2018 - 08:07
Ruud, Lex En Ingrid :
Iedere keer weer leuk om een reisverslag van jullie te lezen, zo reizen we toch een beetje met jullie mee.En het gaat jullie goed, dat is wel duidelijk. Heerlijk! GENIETEN luitjes, je leeft tenslotte maar één keer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley